Image
Oostenrijk

In Europa zijn er een aantal verkeersregels (voorrang, snelheidsbeperkingen, parkeren etc.) die in belangrijke mate afwijken van de Belgische wetgeving of de internationale regels.


Hieronder vind je de regels (snelheidsbeperkingen, Veiligheidsgordels, kinderzitjes etc.) die specifiek zijn voor Oostenrijk.


Snelheidsbeperkingen

Snelheidsbeperkingen Oostenrijk
Hou je strikt aan de snelheidsbeperkingen waar aangegeven en blijf gespaard van boetes.

In de bebouwde kom is de snelheid beperkt tot 50 km/u. De enige uitzondering is de stad Graz, waar de snelheid beperkt is tot 30 km/u. behalve wanneer anders aangeduid.

Buiten de bebouwde kom hangt de toegelaten snelheid af van je voertuig en de weg waarop je rijdt. Een overzicht:

Oostenrijk snelheidsbeperkingen
De algemene snelheidsbeperkingen in Oostenrijk.
  1. 110 km/u van 22 u tot 5 u op de A10 (Tauern), A12 (Inntal), A13 (Brenner) en A14 (Rheintal)
  2. 60 km/u op de meeste wegen in Tirol
  • Voertuigen met spijkerbanden mogen niet sneller dan 100 km/u op autosnelwegen en 80 km/u op andere wegen.
  • Wanneer een voertuig een ander sleept, mag het niet meer dan 40 km/u rijden; voertuigen die een toelating hebben om in een woonerf te rijden, een zogeheten Wohnstrasse, mogen er niet sneller dan 5 km/u rijden.

Inhalen

Het is verboden om een schoolbus (met een gele plaat) met knipperende gele lichten in te halen wanneer deze stilstaat om kinderen te laten in-of uitstappen.

Als je een tram aan een halte inhaalt, rijd je best stapvoets en laat je aan de zijkant 1,5 meter ruimte vrij.

Rechts inhalen is toegestaan :

  • bij het inhalen van een voertuig op rails, als er voldoende ruimte is tussen het spoor en de rechterkant van de weg
  • bij het inhalen van voertuigen waarvan de bestuurder heeft aangegeven dat hij naar links wil afslaan of de linkerrijstrook wil oprijden
  • binnen de bebouwde kom waar er meerdere rijstroken in dezelfde richting zijn
  • voor dienstvoertuigen met een geel zwaailicht.

Het is verboden om een voertuig in te halen:

  • op en direct voor voetgangers- of fietsersoversteekplaatsen als het verkeer niet wordt geregeld door politieagenten of verkeerslichten. Andere voertuigen dan fietsen en motoren mogen niet inhalen op kruispunten, tenzij het verkeer wordt geregeld door politieagenten of verkeerslichten, op voorrangswegen.
  • op een spoorwegovergang. Ook op 80 meter voor of onmiddellijk na de overweg is dat verboden.

Motorfietsen of fietsen mogen een rij stilstaande voertuigen inhalen op kruispunten of in verkeersopstoppingen als er voldoende ruimte is en afslaande voertuigen niet worden gehinderd.

Verkeerslichten

  • Een groen knipperlicht betekent dat het rode licht zal verschijnen. Voertuigen die er dichtbij zijn mogen doorrijden; de andere moeten zich klaar maken om te stoppen.
  • Een oranje knipperlicht dat samen met een rood licht brandt betekent dat het groene licht zal verschijnen.

Voorrang

  • Er geldt voorrang van rechts, behalve indien anders aangeduid door verkeersborden of wegmarkering (onderbroken lijn, haaientanden).
  • Trams hebben altijd voorrang.
  • Bestuurders moeten stoppen bij zebrapaden, niet alleen als de voetganger een voet op de weg heeft gezet, maar ook als hij de intentie toont om over te steken. Dit geldt ook voor oversteekplaatsen voor fietsers. Als er geen zebrapad is, mogen voetgangers naderende voertuigen niet hinderen. Bestuurders moeten voetgangers wel laten oversteken als ze eenmaal op de weg zijn. Kinderen hebben altijd voorrang.
  • Het ritsprincipe wordt toegepast.
  • Op kruispunten waar het verkeer wordt geregeld door lichten, moet je voorrang geven aan fietsers die afslaan.
  • Een voertuig van de hulpdiensten heeft altijd voorrang.
  • Je rijdt een berg op en komt een tegenligger tegen op een veel te smalle weg? Beiden moeten stoppen. Het voertuig waarvan het manoeuvre het simpelst is om uit te voeren, afhankelijk van het voertuig of de situatie, moet achteruitrijden. Het andere voertuig mag vervolgens langsrijden.


Typîsche verkeersborden

signalisatieborden Oostenrijk
Bijzondere signalisatieborden in Oostenrijk.


Stilstaan en parkeren in Oostenrijk

  • In Oostenrijk mag je stilstaan met de wagen voor inritten en op rijstroken voor bussen en trams, op voorwaarde dat je aan het stuur blijft zitten en de wagen indien nodig kunt verplaatsen. Op plaatsen met een verbodsbord voor parkeren, mag je 10 minuten stilstaan of de tijd die je nodig hebt om te laden/lossen.
  • Parkeren is betalend in de meeste Oostenrijkse steden. Je kunt betalen aan de parkeermeters of je biljet van tevoren aankopen.
  • Een zigzaglijn betekent dat het parkeren op die plek verboden is.
Bord voor beperkt parkeren. © Wien Tourismus

  • Blauwe lijnen en verkeersborden zoals hierboven duiden een blauwe zone aan waar de parkeertijd beperkt is. Om je auto in die zones achter te laten, moet je een speciale parkeerkaart kopen en daarop het vakje van maand, dag en uur aankruisen. Je mag dan maximaal 1 uur en 30 minuten parkeren, tenzij een kortere duur is aangeduid.
  • Een niet-gekoppelde caravan mag niet worden geparkeerd op een openbare parking.
  • Meer informatie over parkeren in Oostenrijk vind je op de website van de ÖAMTC, de Oostenrijkse automobielclub.

Alcohol en drugs

Een alcoholtester.
  • Een alcoholgehalte van 0,5 promille of meer in je bloed is strafbaar in Oostenrijk. Voor bestuurders die hun rijbewijs sinds minder dan twee jaar hebben en voor bestuurder van vrachtwagens en autobussen is dat 0,1 promille.
  • Rijden onder invloed van drugs is verboden.

Kinderen

Veiligheidsvoorschriften voor kinderen zijn afhankelijk van de leeftijd en de grootte; de veiligheidsgordel moet aangepast worden aan de lengte.

Veiligheidsvoorschriften voor kinderzitjes

Rookverbod

In de wagen is het verboden te roken in het bijzijn van een persoon onder de 18 jaar.

Reddingsstrook

Bestuurders van motorvoertuigen zijn verplicht om bij verkeersopstoppingen op autosnelwegen en wegen met twee rijbanen, een nooddoorgang vrij te maken. Daartoe moeten de bestuurders in de linkerrijstrook zo veel mogelijk naar links uitwijken en de bestuurders in de andere rijstroken moeten naar rechts uitwijken. Zo nodig mag daartoe op de berm of op de pechstrook gereden worden. Alleen voertuigen van hulpdiensten, depannagewagens, lijkwagens en voertuigen voor wegonderhoud mogen de vluchtstrook gebruiken. Het is een overtreding om op de vluchtstrook te rijden of een voertuig van een hulpdienst op de vluchtstrook te volgen.

Waarschuwingssignalen

  • Praatpalen langs snelwegen zijn voorzien van een licht. Dit licht gaat knipperen om te waarschuwen voor gevaarlijke situaties zoals spookrijders, files, mist,... Pas je rijstijl aan wanneer je zo'n knipperlicht ziet.
  • Het gebruik van de claxon is verboden in Wenen en in de buurt van ziekenhuizen.

Verplichte uitrusting

Bij panne moet je je gevarendriehoek plaatsen en een fluohesje dragen als je uit de auto stapt.
  • Als je met een voertuig met 2 of meer assen rijdt, ben je verplicht een fluorescerend hesje in de wagen te hebben. Je moet dat hesje dragen als je uit de wagen stapt buiten de bebouwde kom, op autosnelwegen of expres-wegen (b.v. bij pech of ongeval of om de gevarendriehoek te plaatsen). Het hesje moet fluogeel, -oranje of -rood zijn en aan de Europese EN471-normen voldoen.
  • Als je buiten de bebouwde kom stopt moet je je gevarendriehoek op voldoende afstand achter de wagen plaatsen.

Radardetector

Het is verboden om radardetectoren mee te hebben in de wagen en te gebruiken. Signalisatie van vaste flitspalen en trajectcontroles is toegelaten.

Fietsers

  • Kinderen jonger dan 14 jaar mogen niet op de openbare weg fietsen, tenzij ze een fietsbrevet hebben (Fahrradschein). Met een fietsbrevet mogen ze de weg op vanaf 10 jaar.
  • Een fietshelm is verplicht voor kinderen van minder dan 12 jaar (tot 15 jaar in Niederösterreich, zelfs buiten het verkeer).

Zie ook: verkeerswetgeving in Europa


Touring staat voor je klaar in heel Europa

Reis je met de auto, motor of camper in Europa? Weet dat pech krijgen onderweg of op je bestemming je vakantieplannen danig kan verstoren. Denk dus tijdig aan een Touring bijstandsverzekering zoals onze nieuwe Go Buitenland formule. Waar je je ook bevindt in Europa, bel ons op en je wordt meteen weer op weg geholpen door een van onze bijstandspartners.

Contact

Heb je nog een vraag en ben je Touring-klant? Neem dan contact op met Touringinfo. Je kunt de dienst bereiken op het nummer +32 2 286 33 84 tijdens kantooruren of via mail: touringinfo@touring.be.

Informeer je over onze producten voor pechverhelping, reisbijstand, annulatieverzekering en fietsbijstand.

Maak je fiets lenteklaar

Maak je fiets klaar voor het lentezonnetje. Controleer de bandendruk voor minder kans op lekke banden. Reinig en smeer de ketting grondig voor soepel fietsen. Geef remmen extra aandacht—veilig op pad!