Elektrische wagens: hoe laad je ze op?

De overschakeling van het wagenpark naar elektrische of oplaadbare hybride auto’s houdt meer in dan de aankoop van de voertuigen. We moeten immers ook rekening houden met het probleem van het opladen. Dat kan bij het bedrijf gebeuren, aan openbare laadstations en ook bij de medewerkers thuis. De keuzes op dit vlak zijn talrijk en complex. Er is geen gebrek aan leveranciers, maar niet alle oplossingen zijn even geschikt. Een woordje uitleg …

Wanneer de medewerkers op kantoor zijn, staan hun auto’s meestal op het parkeerterrein. Dat is het ideale moment om ze op te laden en dus is het interessant om laadpalen op het bedrijfsterrein te installeren. Eerst moet er een audit van de elektriciteitsinstallatie gebeuren om zeker te zijn dat die krachtig genoeg is om de laadposten te voeden. De meeste partners die de installatie van infrastructuur aanbieden, stellen in hun offerte een dergelijke audit voor. Merk op dat de leveranciers van laadstations meestal ook het dagelijkse beheer van het opladen aanbieden, met online portals die in één oogopslag een beeld geven van de activiteit van alle laadposten en hun verbruik.

Het ene laadstation is het andere niet

Dan is het tijd om het type laadstation te kiezen. Want nee, de ene laadpaal is de andere niet. Er bestaan verschillende types, met verschillende vermogens. Sommige werken op eenfasige stroom, andere op driefasige. Hoe krachtiger het laadstation, hoe sneller de voertuigen weer autonoom zijn. Maar het laadvermogen hangt ook af van de capaciteit van de batterij. Het oplaadproces en de duur ervan worden dus beïnvloed door verschillende factoren: het vermogen van het laadstation en van het voertuig, de temperatuur van de batterij en de buitentemperatuur.

Bij laadstations met wisselstroom (van 7 tot 22 kW) moet je de bij het voertuig geleverde kabel met een connector type 2 of 3 gebruiken. Bij een snellader met gelijkstroom (vanaf 50 kW) is de kabel vast aan het laadpunt bevestigd. Let op, niet alle voertuigen kunnen aan alle laadstations of met alle vermogens opgeladen worden.

Opladen: niet allemaal tegelijk!

Daarnaast moet je ook de laadtijden beheren. Natuurlijk kunnen niet alle voertuigen tegelijk en op vol vermogen worden opgeladen, want dat dreigt de elektrische installatie van je gebouw te overbelasten. Daarom bieden sommige leveranciers een systeem aan voor het beheer van de ‘prioriteiten’ van het opladen, afhankelijk van het uur van aankomst en vertrek van de medewerkers, hun behoefte aan autonomie, het vermogen van hun voertuig enzovoort. Onder meer Neofleet levert een dergelijk systeem.

De software, ontwikkeld door een Belgisch bedrijf, geeft alle medewerkers de mogelijkheid om via een tablet hun behoefte aan autonomie en hun geplande vertrekuur in te voeren. Daarna regelt het systeem op een intelligente manier het opladen van alle aangesloten voertuigen. Als de daken van de bedrijfsgebouwen uitgerust zijn met zonnepanelen, houdt de software zelfs rekening met hun productie. Heel het proces is dus van begin tot eind geoptimaliseerd.

Fiscaal erg voordelig

De installatie van laadstations is voor ondernemingen een grote financiële investering, maar dat wordt goedgemaakt door niet te verwaarlozen belastingvoordelen. Het wetsontwerp van minister Van Peteghem dat de fiscale aftrekbaarheid van niet-koolstofneutrale voertuigen tegen 2026 zal afschaffen, bevat ook een deel over de infrastructuurinvesteringen. Elk bedrijf dat in de aanschaf van laadstations investeert, heeft recht op een dubbele belastingkorting. Enerzijds via een snellere afschrijving van de laadstations, anderzijds dankzij een heel gulle belastingaftrek. Het maximumbedrag waarop de aftrek kan worden toegepast, is 1.500 euro per laadstation.

Voor elk laadstation dat tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 geïnstalleerd wordt, genieten de bedrijven een fiscale aftrek van 200%. Vanaf 1 januari 2023 wordt die verlaagd naar 150%, tot 31 augustus 2024. Wat er daarna met de aftrek zal gebeuren, is nog niet bekend. Hoe dan ook krijgen de bedrijven de tijd om op grote schaal te investeren. De enige voorwaarden om de belastingaftrek te ontvangen: de laadstations moeten ook voor het publiek beschikbaar zijn. Met andere woorden, de bedrijven zullen de staat helpen met de ontwikkeling van het netwerk van openbare laadpunten, dat momenteel nog veel te klein is.

Bron van inkomsten

Deze laadstations moeten op semi-openbare plaatsen geïnstalleerd worden, zodat ze ook buiten de kantooruren bereikbaar zijn. De bedrijven zullen natuurlijk vergoed worden voor de stroom die ‘externe’ gebruikers van hun installaties afnemen. De software van bijvoorbeeld Optimile, dat onlangs van zijn aandeelhouders – waaronder Touring – een grote investering van 8 miljoen euro heeft ontvangen, biedt deze service aan.

En hier wordt het financieel interessant. De wet staat namelijk toe dat bedrijven in overleg met een gekozen partner hun eigen tarieven bepalen. Aangezien de laadstations buiten de kantooruren en tijdens de weekends doorlopend door het publiek gebruikt kunnen worden, kunnen ze voor een bedrijf met een gunstige geografische ligging een interessante bron van inkomsten vormen.

Verplicht in Vlaanderen

Vlaanderen gaat nog een stapje verder om het openbare net uit te breiden. Bij elke nieuwe stedenbouwkundige vergunning die na 11 maart 2021 wordt ingediend, geldt de verplichting om een laadstation te installeren of ten minste de bekabeling voor een toekomstige installatie te voorzien. Voor bedrijven zijn ten minste 2 laadstations verplicht in het geval van een nieuwbouw of een ingrijpende renovatie van een pand met ten minste 10 parkeerplaatsen. Voor grotere parkeerterreinen voorziet de wet een bekabeling om ten minste 25% van de parkeerplaatsen met oplaadinfrastructuur uit te rusten. En vanaf 2025 zullen alle niet-residentiële gebouwen met minstens 20 parkeerplaatsen over minimaal 2 laadstations moeten beschikken, ongeacht hun ouderdom.

Waarom niet thuis?

De medewerkers kunnen hun voertuig ook thuis opladen, op voorwaarde dat ze over een garage of een parkeerplaats voor hun woning beschikken. Hier hebben we twee mogelijkheden. Ofwel de installatie van een wallbox bij de medewerker thuis, ofwel het gebruik van een smart cable. Dat is een systeem van kabels, aangesloten op een elektrische kast, waarmee de batterij volstrekt veilig kan worden opgeladen. Het verbruik wordt gecontroleerd via een mobiele verbinding die de laadgegevens automatisch registreert, zodat de kosten van het thuis opladen doorgerekend kunnen worden aan de werkgever.

De andere oplossing is de wallbox, een kastje dat aan een muur van de garage of aan de gevel van de woning geïnstalleerd wordt en gemakkelijk kan worden aangesloten op het elektriciteitsbord. De keuze van het vermogen van de wallbox hangt af van de energiebehoefte, de capaciteit van de batterij van het voertuig en de beschikbare elektrische installatie.

Leasing

Als je voertuigen leaset, weet dan dat de meeste leasingfirma’s totaalpakketten aanbieden bij het voertuig: een laadstation en de installatie ervan zijn inbegrepen in de maandelijkse huurprijs. Het laadstation is meestal afgeschreven aan het eind van het leasingcontract van 4 of 5 jaar en wordt dan eigendom van de medewerker, ook als die het bedrijf verlaat. Als hij voor het eind van het contract en de afschrijving vertrekt, heeft de werkgever uiteraard het recht om het laadstation terug te nemen of het aan zijn voormalige werknemer te factureren. Ook de wallbox registreert de thuis verbruikte stroom, zodat de kosten rechtstreeks aan de werkgever gefactureerd kunnen worden.

Onderweg opladen

De medewerkers moeten hun auto ook onderweg kunnen opladen, bijvoorbeeld tijdens lange ritten. De toegang tot het netwerk van openbare laadstations is dan ook essentieel. Er zijn erg weinig openbare laadpunten waar je met een gewone bankkaart kan betalen. Daarom moeten de medewerkers een laadkaart krijgen, een app, een sleutelhanger of een badge die gekoppeld is aan een abonnement bij een of meer leveranciers. Er zijn immers veel spelers op de markt en ze geven niet allemaal toegang tot alle openbare laadstations. Informeer daarom bij elke leverancier tot welk oplaadnetwerk hij toegang geeft.

In sommige gevallen is het nodig bij verschillende leveranciers een abonnement te nemen om de toegang tot een voldoende groot netwerk te verzekeren. Verder bestaan er vrij grote verschillen tussen de abonnementsprijzen en de gebruikstarieven. Sommige leveranciers factureren per minuut, andere per kWh, nog andere combineren de twee. Soms wordt bovendien bij het begin van de transactie een forfait aangerekend. De tarieven kunnen tot 30% variëren.

Het platform Optimile is een van de beste oplossingen voor bedrijven. Optimile geeft met een app en een laadkaart toegang tot een van de grootste netwerken van laadstations in Europa, met meer dan 120.000 locaties in 19 landen. De klant kan bovendien om het even welk ander merk van laadstations aan het platform koppelen en zo gemakkelijk nieuwe stations toevoegen. De klanten kiezen dus zelf de omvang van hun netwerk, afhankelijk van hun behoeften en wensen.

Een extra steuntje

De grote schrik van elektrische rijders is zonder stroom te vallen. Als de autonomie het laat afweten, is bijtanken niet zo eenvoudig als bij een auto met verbrandingsmotor. Touring lost dat probleem op met ‘boosters’, toestellen die de batterij van elektrische voertuigen een extra steuntje geven, zodat je naar het dichtstbijzijnde laadstation kan rijden – of naar huis - om daar rustig op te laden. Eén minuut opladen met een booster is goed voor één kilometer autonomie, zodat de pechverhelper je in een paar minuten genoeg autonomie geeft om een laadstation te bereiken. Mensen die nog twijfelen om voor elektrisch rijden te kiezen, hoeven dus nergens meer bang voor te zijn.